Implementatieagenda Cardiologie
-
Evalueer de bloeddruk door middel van meerdere spreekkamermetingen.
-
Doe een 24-uurs meting (voorkeur) of een geprotocolleerde thuismeting om een witte-jas-hypertensie uit te sluiten.
-
Gebruik LDL-C of non-HDL-C voor het monitoren van het effect van cholesterolverlagende behandeling, waarbij een LDL-C van 1,8 en 2,6 mmol/l correspondeert met een non-HDL-C van 2,6 en 3,4 mmol/l.
-
Start intensieve lipidenverlaging bij voorkeur met een hoge dosis statine of anders met een combinatie van een statine met ezetimib indien het LDL-C ≥1,8 mmol/l.
-
Neuromodulatie, spinal cord stimulation (SCS) en dorsal root ganglion stimulation (DRGS), bij chronische pijn als het protocol is gevolgd voor de indicatiestelling en de behandeling (volwassen patiënten, bij wie onder andere sprake is van ernstige pijn; de proefbehandeling positief is; en de indicatiestelling plaatsvindt in multidisciplinair teamverband
-
Transcatheter aortaklep vervanging (TAVI) bij ernstige aortaklep stenose en hoog operatierisico
-
VT: renale denervatie bij therapieresistente hypertensie
-
Verricht routinematig geen aanvullend onderzoek (ergometrie, echocardiografie, nucleair onderzoek, CT, MRI of hartkatheterisatie) bij patiënten zonder klachten na een geslaagde dotter of bypassoperatie
-
Verricht geen inspanningstest (ECG) voor screening op hartafwijkingen bij mensen zonder klachten en een laag risico op hartziekten (<10% risico op hartziekte in 10 jaar)
-
Verricht geen aanvullend diagnostisch cardiologisch onderzoek bij patiënten die een normaal inspannings- vermogen hebben en een operatie moeten ondergaan waarbij de kans op complicaties klein is
-
Verricht geen jaarlijks routine echocardiogram bij patiënten met geringe klepafwijkingen of een goed functionerende mechanische klepprothese als er geen sprake is van verandering in klachten of lichamelijk onderzoek
-
Patiënten met stabiele angina pectoris zonder aanwijzing voor uitgebreide afwijkingen aan de kransslagaders moeten eerst optimaal met medicijnen worden behandeld alvorens te dotteren of te opereren
-
Bij alle patiënten wordt, alvorens diagnostiek te verrichten of door te verwijzen, expliciet het risico op coronair vaatlijden bepaald op basis van een model voor risicobepaling (met o.a. karakter van de klachten, leeftijd en geslacht).
-
Dit risico wordt vastgelegd in het medisch dossier.
-
Een rust echocardiogram wordt alleen nog op indicatie verricht.
-
Een X thorax (longfoto) wordt alleen nog op indicatie verricht
-
Bij patiënten met een intermediair risico op coronair vaatlijden wordt slechts 1 niet-invasieve test gedaan.
-
Bij patiënten met een hoog risico op een acuut cardiaal event en potentiële gezondheidswinst van invasieve behandeling zal een CAG worden gedaan zonder andere niet-invasieve diagnostiek vooraf.
-
Patiënten bij wie invasieve behandeling wordt overwogen gebruiken behalve een bloedplaatjesaggregatie remmer en een lipiden verlagend middel ook minimaal 1 anti-ischemisch medicament.
-
Een invasieve behandeling wordt pas verricht bij falen van optimale medicamenteuze behandeling.
-
Een CAG wordt alleen verricht als de kans op invasieve behandeling zeer aannemelijk is.
-
Patiënten worden geïnformeerd over de voordelen van optimale medicamenteuze therapie waardoor een operatie vaak niet nodig is. Bovendien moeten ze weten dat medicamenteuze behandeling ook na de operatie nodig blijft.
-
Patiënten die stabiel zijn na PCI of CABG worden naar huisarts terugverwezen.
-
Patiënten die stabiel zijn bij medicamenteuze behandeling worden naar huisarts terugverwezen.
-
Hartrevalidatie aanbieden na CABG.
-
Hartrevalidatie alleen bij uitzondering aanbieden na PCI of alleen medicatie.