Veldnorm moet bureaucratie zorgevaluatie verminderen
Om de administratiedruk op onderzoekers, METC’s en zorginstellingen te beperken en zorgevaluatie te versnellen, ontwikkelen we een veldnorm. Het doel is uniforme en bindende afspraken over de toetsing, lokale uitvoerbaarheid en monitoring van WMO- en niet-WMO onderzoek in het kader van zorgevaluatie.
Om de administratiedruk op onderzoekers, Medisch-ethische Toetsingscommissies (METC’s) en bij zorgaanbieders te beperken en zorgevaluatie sneller te laten verlopen, ontwikkelen we een veldnorm. Hiertoe hebben we besloten in gesprekken met de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO), Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Vereniging van Medisch-ethische Toetsingscommissies (NVMETC). Naast deze partijen worden ook onderzoekers, de Autoriteit Persoonsgegevens, Dutch Clinical Research Foundation (DCRF) en MLC Foundation betrokken en uiteraard de zorgaanbieders en patiënten. Het doel is uniforme en bindende afspraken te maken over de toetsing, lokale uitvoerbaarheid en monitoring van onderzoek in het kader van zorgevaluatie. Het gaat hierbij zowel om onderzoek dat onder de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek (WMO) valt als niet-WMO onderzoek. De afspraken sluiten aan op bestaande wetgeving en zorgen voor een eenduidig en proportioneel kader. De eerste versie van de veldnorm moet begin volgend jaar gereed zijn voor de commentaarfase.
Toenemende bureaucratie bij zorgevaluatieZorgevaluatie is onderzoek dat niet commercieel is, waarbij geen nieuwe zorg wordt geëvalueerd, maar alleen zorg die al toegepast wordt. De HLA-partijen hebben zich ertoe gecommitteerd zorgevaluatie te bevorderen. Het beperken van bureaucratie draagt hieraan bij.
Onderzoekers die zich bezighouden met zorgevaluatie ervaren in toenemende mate belasting en vertraging door bureaucratie. Die ontstaat bij WMO-plichtig onderzoek door te strikte interpretatie van wet- en regelgeving (die bovendien is bedoeld voor experimenteel en commercieel onderzoek), en bij niet-WMO (nWMO)-onderzoek door het ontbreken van een uniform toetsings- en monitoringskader. Bestaande onderzoeks- en privacywetgeving laat ruimte voor overregulatie, interpretatieverschillen en uiteenlopende procedures bij verschillende zorgaanbieders. Dit vertraagt het onderzoek en zorgt bovendien voor extra werkdruk bij de zorgaanbieders zelf. Door de vertraging moeten patiënten en zorgverleners onnodig lang wachten op kennis over de beste behandeling, diagnostiek of organisatie van zorg.