Analyse van zorgevaluaties geeft extra onderbouwing om opstart en inclusie te helpen verbeteren
Uit analyse van ZonMw, uitgevoerd voor het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG), blijkt dat veel zorgevaluaties tijdens de opstart en uitvoer vertraging oplopen en dat de redenen voor die vertraging divers en vaak ook complex zijn. Zorgevaluaties, onderzoek dat inzicht biedt in welke bestaande zorg het beste is, kennen opstartproblemen en problemen met het includeren van patiënten. Iets meer dan de helft van de studies (61%) is op tijd startklaar en slechts 23% van de studies rondt de inclusiefase volgens planning af. Deze uitkomsten geven een extra onderbouwing voor de noodzaak tot verbetering van de opstart en inclusie van zorgevaluaties.
Partijen uit het veld aan de slag met verbeteracties
De partijen uit het veld, verenigd in het Hoofdlijnenakkoord Medisch Specialistische Zorg (HLA-MSZ) hebben binnen het programma ZE&GG met elkaar afgesproken om de uitvoer van zorgevaluatie te verbeteren. ZE&GG heeft als doel gesteld dat binnen 5 jaar iedere zorgevaluatie in Nederland binnen 3 maanden na de start kan includeren in alle deelnemende centra en dat 90% van de onderzoeken binnen de geplande tijd is afgerond. Hiertoe zijn verbeteracties ingezet en interventies aangekondigd. Om het effect van deze acties te kunnen evalueren en meten heeft het programma ZE&GG belemmeringen in kaart gebracht en is ZonMw als strategisch partner van het programma gevraagd om een 0-meting uit te voeren. ZonMw financiert al jarenlang doelmatigheidsonderzoek en beschikt daardoor over de juiste gegevens om deze analyse te kunnen doen.
Kwantitatieve analyse: op tijd startklaar, maar opstart- en inclusiefase langer dan gepland
Met behulp van dossieronderzoek zijn voor 146 zorgevaluaties die tussen 2014 en 2020 zijn gestart, relevante gegevens in kaart gebracht. Daarin is o.a. gekeken naar de geplande en daadwerkelijke datum van goedkeuring van de METC (Medisch Ethische Toetsingscommissie) bij de opstartfase en naar het verschil tussen de planning en realisatie van de inclusie van patiënten. Daaruit blijkt dat 61% van de zorgevaluaties volgens planning startklaar is en 35% van de zorgevaluaties volgens planning begint met includeren. Een beperkt aantal zorgevaluaties (7%) heeft te maken met meer dan 6 maanden vertraging in de opstartfase. Daarnaast toont de kwantitatieve analyse aan dat slechts 23% van de zorgevaluaties de inclusiefase volgens planning afrondt en 56% van de zorgevaluaties meer dan 6 maanden vertraging oploopt bij de afronding van de inclusiefase.
Kwalitatieve analyse: belemmeringen en problematiek bij de uitvoering van zorgevaluaties
Voor de kwalitatieve analyse zijn 30 voortgangsrapportages van de lopende zorgevaluaties bekeken. Ook zijn projectleiders bevraagd over de voortgang van hun onderzoek. Aanvullend zijn er gesprekken geweest met programmamanagers bij ZonMw en andere stakeholders. De gesignaleerde knelpunten zijn grofweg te verdelen in twee categorieën. Enerzijds zijn er opstartproblemen, die zich eenmalig voordoen. Deze opstartproblemen komen bij veel studies voor, maar wanneer opstartproblemen eenmaal overwonnen zijn, keren ze niet meer terug. Het gaat hierbij onder meer om het verkrijgen van METC-verklaringen, de complexe dynamiek rondom het opzetten van een multicenter studie (studie in meerdere ziekenhuizen of klinieken) en tussentijdse wijzigingen in wet- en regelgeving. Anderzijds is er sprake van problemen bij het includeren van patiënten. Deze problemen zijn doorgaans chronischer van aard, moeilijker op te lossen en leiden ertoe dat een studie niet alleen vertraagt, maar ook steeds meer uitloopt. Inclusieproblematiek wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door te weinig tijd om de juiste patiënten te vinden voor de studie vanwege een drukke poli of omdat er al concurrerende studies lopen waarvoor dezelfde patiënten gevraagd worden deel te nemen.
Aanpak verbeteren uitvoer zorgevaluatie
De analyses laten zien dat veel zorgevaluaties vertraging oplopen met diverse en vaak complexe redenen. Oplossingen voor het voorkomen van deze vertragingen zijn deels al ondervangen in nieuwe initiatieven van het programma ZE&GG. Het programma komt nog dit jaar met een online inclusiemonitor waarin op detailniveau het verloop van zorgevaluaties in de diverse ziekenhuizen en zelfstandige klinieken gevolgd kan worden. Er wordt gewerkt aan een Veldnorm Zorgevaluatie die het verloop van procedures in de toetsing en tussentijdse monitoring eenvoudiger, korter en eenduidiger maakt. Ook zoekt ZE&GG naar mogelijkheden voor een structurele infrastructuur en financiën voor zorgevaluatie. Het ZonMw programma DOelmatigheidsonderzoek verkent hiernaast nieuwe subsidievormen (stimuleringssubsidies en voorbereidende studies) voor zorgevaluatie. Tot slot hebben de HLA-MSZ partijen binnen het programma ZE&GG met elkaar afgesproken om samen te koersen op inclusies, ieder vanuit zijn eigen rol in het stelsel. Het einddoel moet zijn dat zorgevaluatie in 2025 structureel onderdeel is van de reguliere zorgverlening, waarbij het onbekende wordt geëvalueerd en bewezen effectieve zorg wordt geïmplementeerd. Zo kan de patiënt rekenen op de beste zorg en kunnen de beperkt beschikbare mensen en middelen in de zorg optimaal worden ingezet.