De Inclusiemonitor

De Inclusiemonitor maakt inzichtelijk welke zorgevaluaties er lopen, welke zorgaanbieders participeren, hoeveel patiënten deelnemen (geïncludeerd zijn) en hoe het verloop van het aantal deelnemende patiënten (inclusies) over de tijd is. Ook biedt de Inclusiemonitor de mogelijkheid om zorgaanbieders te vergelijken en biedt het inzicht in de inclusies van zorgevaluaties binnen een bepaald specialisme. De Inclusiemonitor is daarom handig voor verschillende doelgroepen als middel om de deelname van patiënten aan zorgevaluaties te stimuleren.

Inclusiemonitor geeft Wetenschappelijke Vereniging meer inzicht in lopende zorgevaluaties

Annelies Wisse: “Als Wetenschappelijke Vereniging kunnen we nu zien welke zorgevaluaties er lopen binnen ons specialisme en hoe deze studies vorderen. Zijn er al voldoende patiënten gevonden om deel te nemen of moeten we gezamenlijk zorgen voor meer inclusies? Mijn ideaal is dat de deelnemende centra die vooraf voorspellen wij gaan een x-aantal inclusies doen, deze ook daadwerkelijk gaan realiseren. Dus dat het niet de verantwoordelijkheid is van één ziekenhuis, of één projectleider, maar dat het echt een gedeelde verantwoordelijkheid is. En dat maak je met de Inclusiemonitor goed inzichtelijk.”

Meerwaarde voor Wetenschappelijke Verenigingen

Projectmanager Wisse ziet voor de NVK een grote meerwaarde in het maken van eigen landkaartjes en grafieken waarop je kunt laten zien welke studies er binnen het specialisme kindergeneeskunde lopen in welke centra. Het maken van eigen grafieken met real time informatie voor gebruik op de eigen website is één van de vele mogelijkheden die de Inclusiemonitor biedt. Maar Wisse ziet nog meer voordelen voor wetenschappelijke verenigingen: “Als bestuur heb je nu meer inzicht in welke studies er lopen binnen jouw specialisatie en daarop kun je anticiperen in je beleid. Dat verhoogt in de toekomst zeker het aantal inclusies. En als NVK hopen we dat het projectleiders stimuleert om nog meer kindergeneeskunde studies aan de Inclusiemonitor toe te voegen. Want dit is dé manier om je kennis te delen en als één netwerk te werken aan onderzoek.”